woensdag 7 maart 2012

Attentie verhuisbericht

Ik ben verhuisd naar een nieuwe bloghonk.
Wie mij wil volgen of gewoon nieuwsgierig is kan naar:
dorevanhalder.wordpress.com
De naam van mijn blog is Writefeud.
Een aantal dingen zijn daar gemakkelijker bijv. volgen en een reactie geven.
Een aantal andere zaken zijn weer moeilijker maar dat is voor mij.

Doré

donderdag 1 maart 2012

Boekenweek 2012

Het boek verkeert in zwaar weer. De boekenliefhebber voelt zich in het nauw gedreven want stel dat er ooit, eens, misschien wel binnenkort geen papieren boek meer te koop zal zijn. Kan toch niet! Neem een alcoholist zijn drank af, een verstokt roker zijn sigaret maar blijf van de lezer zijn boeken af.

De schuldige is nu eens niet de in stormachtige tijden verkerende economie maar de digitale hebbeknowhowshowoffwhatsapp trends die juist het tegenovergestelde doen vermoeden van een in een malaise ondergedompelde maatschappij.

Boeken! Zucht.
Wie van ze houdt laat ze nooit vallen. Wie ze altijd al niks vond, haalt opgelucht adem. Ook die bulk kan dan maar beter gedigitaliseerd worden en op minieme partities van chips verdwijnen. Uit het zicht ermee want  boeken verpesten de aanblik van onze minimalistische leefcultuur in de huiskamer. En wie ze in de slaapkamer heeft (uit)gestald doet dit zeker om de lege plek in het tweepersoons bed te camoufleren.

'Beter één boek in de hand, dan tien op de e-reader'. Zo maar een leuze voor het behoud van het boek. Er zijn er nog meer te verzinnen zoals blijkt uit die van John Waters in de illustratie. Dat het boek en lezen nu ook al gepromoot worden via de goedkope truc van de associatie met seks is toch wel beneden peil. Dat doen we toch bij auto's, jachten, vakanties, smartphones, pc's, ja waar eigenlijk niet bij. Is de wereld van het intellect het volgende domein dat aan de beurt is om te worden geseksualiseerd? En wie gaat van deze nieuwe beeldvorming profijt trekken? Alles en iedereen behalve het boek.

Wie van boeken houdt, blijft dat doen. En alle anderen zijn al verloren. Klein kansje dat door het stoere e-readen er een enkele analfabeet, die niet tegelijkertijd digibeet is, gewonnen kan worden voor de zaak.

Gister was het schrikkeldag. Mooie 'once in a while' dag die we gevierd hebben. Appelflappen voor bij de koffie en een boek voor mezelf. Welk?
'Het geluk van de eenzaamheid' van Connie Palmen. Tweedehands, want niet meer te verkrijgen. Misschien als e-book? Niet naar gekeken.

woensdag 29 februari 2012

Boldotcommers Tahir en Kinneging

Bij Auw&Wman te gast: Naema Tahir en partner Andreas Kinneging. 
Aanleiding: de column van Tahir in Buitenhof over het weren van onfatsoenlijke televisiejournalisten van het Binnenhof en de hieruit voortgekomen schermutseling tussen Pownedjournalist Rutger Castricum, die verhaal kwam halen bij haar aan huis, en Tahirs partner Kinneging.  

Rutger Castricum staat met cameraman aan de deur van de woning van Tahir. Hij is boos want hij behoort zelf tot de subcategorie afzeikjournalisten, maar houdt zich rustig. Hij wil haar spreken. Een confrontatie tussen Castricum en Tahir wordt het niet. Wel een tussen Castricum en haar partner. En dan staan daar ineens twee hanen tegenover elkaar die wel van een robbertje vechten houden. Dat het hierbij niet bij woorden alleen blijft maar dat ook de handen worden ingezet, ja dat kennen we nog van het schoolplein. Twee jongetjes, ieder in hun kuif gepikt.

Flauw in het kwadraat dat het echtpaar (zijn ze getrouwd?) Kinneging-Tahir niet onder leiding van Auw&Wman aan de publieke tafel wilde plaatsnemen tegenover Castricum. Dat had vast spannende beelden en woorden opgeleverd. Nee, zij kwamen alleen als hun tegenstander werd geweerd. Heldendom ten top.

Kinneging en Tahir zijn boldotcommers. Zij benadrukten dat zij zeer regelmatig de bezorger aan de deur krijgen  met pakketjes vol leesvoer van het sinds kort door Ahold overgenomen Bol.com. Deze mededeling staafde, zo veronderstelden zij wellicht maar de kijker moest zelf zijn conclusie trekken, het bewijs dat men hier te maken had met een stel dat qua kennis, belezenheid, doordachtheid en eruditie niets te wensen over liet. Het was alsof zij met hun boldotcom-confessie uitschreeuwden: "Kijk, aan onze wijsheid hoeft men nog geen seconde te twijfelen want die komt geheel en al uit de boeken."
Een vaker gebruikte tactiek om de tegenstander de overbluffen. Dit lukt misschien nog in de collegezaal waar Kinneging zijn dagelijkse hoogleraarschap slijt maar niet bij Auw&Wman aan tafel.
Tahir en Kinneging hebben zichzelf te kijk gezet als de papegaaien van Nederland die hun uit het hoofd geleerde lesjes uit de boeken van Bol.com op verzoek graag willen verkondigen maar niet in het bijzijn van de treitermedia en ook alleen maar in een select gezelschap.

NB Tahir staat op het punt van bevallen. Aanstaande papa Kinneging schreef ooit - lang voordat het vaderschap voor hem in zicht kwam - in NRC Handelsblad het artikel 'Denk eerst aan je kinderen voordat je jezelf wilt ontplooien' (21/04/'07).
Wij allen, inclusief de treitermedia, gaan nauwlettend in de gaten houden hoe deze man met zijn korte lontje zal omgaan als hij met het gejengel en getreiter van zijn eigen kind te maken krijgt. Hij weet nu wat zijn plek is bij alles wat zich de komende tijd in zijn leven aandient. Children first. Zijn enige verdediging kan nog zijn dat hij zelf kind gebleven is.


dinsdag 28 februari 2012

Sneuneuzerij

Sneuneus. Sneus. Tweede keus.
Auw&Wman, reus&reus, praten met bewuste kneus.
Vrouw, en ook dat nog, Turks, tis intraveneus.

Zij: in de politiek, voor de PvdA, is er maar één leus.
De beste moet winnen, tis echt, tis heus.
En dat ben ik, want ik ben oh zo serieus.


Mademoiselle, mejuffrouw, mevrouw



Franse 'mademoiselle' verdwijnt

Campagne tegen het gebruik van 'mademoiselle'Campagne tegen het gebruik van 'mademoiselle'Mademoiselle: La case en trop
De Franse overheid heeft de aanspreektitel 'mademoiselle' voor niet-getrouwde vrouwen laten schrappen uit alle officiële brieven en formulieren. Dat betekent een overwinning voor Franse feministen, die al lange tijd campagne voeren tegen het woord.
Bron: NOS nieuws.




 Mevrouw
‘Ik heb een nieuw vriendinnetje bij het zwemmen.’
   Ook mijn jongste dochter zit sinds kort in de race voor het behalen van haar twee zwemdiploma’s.
   ‘Oh ja, hoe heet ze?’ vraag ik belangstellend.
   ‘Ik weet het niet meer. Haar laatste naam is in ieder geval Mevrouw.’ 
   Eerst moet ik lachen. Niet te hard want dan wordt ik ervan beschuldigd dat ik haar uitlach. Daar is ze nogal gevoelig voor heb ik gemerkt.
   Het wordt tijd haar wat bij te brengen over aanspreektitels, voor- en achternamen. Terwijl ik de auto richting het zwembad loods, hijs ik me weer in mijn geheel uit de mouw geschudde didactische rol. Ondanks dat ik daar vrij goed in ben – aan mij is een onderwijzeres verloren gegaan -, is mijn jongste dochter daar niet van gecharmeerd. Omdat ze achter in het autostoeltje zit, kan ik niet van haar gezicht aflezen hoe groot haar interesse voor het onderwerp is. Ze luistert, dat in ieder geval wel. Dat is het hoogst haalbare. Als ze het echt heel interessant of leuk vindt, volgen er vragen maar die blijven uit. Ik ben al blij dat ik niet weer helemaal voor niets in de ruimte heb zitten lullen.   
   ‘Mevrouw past nog niet voor een klein meisje,’ voeg ik er voor alle duidelijkheid nog aan toe.
   ‘Jij bent een mevrouw,’ merkt ze op.

Hoewel ik al sinds een jaar of vijf - of tien- spontaan door allerlei winkelpersoneel en andere vreemden met mevrouw wordt aangesproken – vooral in het begin een ontnuchterende ervaring kan ik vertellen - klopt dit niet helemaal. Oké, ik onderteken ook met mevrouw onder bepaalde e-mails en onder de ziekteverzuimbrieven van mijn kinderen voor school of noem mezelf zo wel eens door de telefoon, maar telkens als ik dat doe heb ik het gevoel dat ik de boel bedonder. Ik lijd aan een mevrouwenschuldcomplex.
   Een mevrouw ben je pas als je getrouwd bent, of getrouwd geweest en weer gescheiden. Zo heb ik het geleerd. Maar ik heb alleen samengewoond met een man, zonder de voor het mevrouwschap benodigde papieren. Nooit heb ik de ring der ringen aan mijn vinger geschoven gekregen. Dit klinkt dramatischer dan het is want ik was degene die dit waarmerk niet aan mijn vinger wilde hebben. Volgens mij krijg je dikke vingers van zo’n knellende ring. En als ie er eenmaal om zit gaat ie er niet zo maar weer af. Vooral niet omdat de ring niet meegroeit en zijn strakke vorm behoudt in tegenstelling tot het lijf dat zijn vaste vorm in de loop der jaren steeds meer verliest.    
   Officieel ben ik dan ook geen mevrouw maar een mejuffrouw. Het hoge woord is eruit. Mejuffrouw van Halder. Dat ‘mejuffrouw’ roept op de een of andere manier weerstand bij me op. Het vervult met schaamte. Omdat het aanduidt dat je de boot hebt gemist en onvrijwillig vrijgezel bent gebleven. Geen man, geen kinderen, geen eigen huis. Deze gedachten zijn de erfenis uit mijn jeugd. De mejuffrouwen die ik me herinner uit die tijd waren stijve oude vrijsters die nog bij hun ouders inwoonden en door hen verzorgd werden. Waarbij later de rollen zich omdraaiden en de mejuffrouwen de ouders verzorgden. Een zeer onzalig idee voor de meeste vrouwen, en ook voor mij.
   Dan heeft het Engels het beter voor elkaar. Daar heb je naast Mister, Misses ook MS. Niemand hoeft aan de aanspreektitel te zien of je gehuwd bent of ongehuwd. Waarom is het trouwens ongehuwd? Dat maakt van gehuwd zijn meteen de standaard. Vrijgezel. Ook een woord waar een luchtje aan zit als je het mij vraagt.
    In het Engels bestaat een mooie term: given.  Dat lees ik wel eens op sociale mediasites, bij de personalia. Het betekent dat die persoon bezet is, al een geliefde heeft. Weggegeven in het Nederlands. Door wie en aan wie, vraag ik me dan af. En wat is het tegenovergestelde? Not given, ungiven? 

Ook als ik een officiële mevrouw wil worden, moet ik op het internet zijn. Niet meer in een café, bar, sauna, supermarkt, tankstation of in de trein. Nee, in de vergaarbak van datingsites. Daar heb ik ook de vader van mijn dochter leren kennen. In de grote vijver – there is plenty of fish in the sea -  waarin hengels, draad en aas zich in elkaar verknopen om de grootste vis binnen te halen.
    Mijn dochter wil graag een mevrouw worden later. Net zoals ze te kennen geeft: “Als ik later moeder ben wil ik geen kinderen hoor.”  De grotemensenwereld betreedt ze enerzijds via navolging en anderzijds al via een stukje eigen weg. Zoals haar moeder het doet en zoals ze het zelf graag wil. Ze heeft gelukkig nog heel wat jaren om erachter te komen wat het nu precies gaat worden.

Zelf ben ik er ook nog altijd niet uit trouwens. Ik weet niet of ik nog ooit wil trouwen. Als het me overkomt, ja dan is het er gewoon. Maar het is steeds meer dat je ernaar op zoek moet gaan en er moeite voor moet doen. De dingen lopen niet meer op rolletjes maar op stroeve matten lijkt wel. Geen man overboord. Ik hoef niet meer zo nodig. Iemand noemde dit selfdefence. Niet toe willen geven waar je hevig naar verlangt. Zou dat het zijn? En waar verlang ik dan nog meer hevig naar waar ik niet ronduit voor uit durf te komen? Een boom met geld in de tuin, een groot energieneutraal huis met goede zuivere tuingrond erachter, een leven met permanente oppas, een auto die me omgeeft en beschermd tegen de grote boze buitenwereld. Dat zou ik allemaal wel willen als de prijs daar niet zo hoog voor was. Het zou betekenen dat ik mezelf op allerlei fronten moet verkopen. Aan een man, een baas, aan ongewenst werk en onzeglijke werktijden. Aan een wereld die me misschien toch niet zoveel zegt dat ik er dat voor over heb. Laat mij lekker aanprutsen. Ik kan van kleine versprekingen van mijn dochter al een wereld van woorden te voorschijn toveren. Daar ben ik goed in.
   

woensdag 22 februari 2012

Dertien


‘Het Achterhuis’ van Anne Frank heeft mij al twee keer aangenaam verrast.
De eerste keer dat ik het oorlogsdagboek las, was ik zelf een tienermeisje. Het was nog de oude versie van het dagboek, zonder de later toegevoegde stukken. Een boek met lichtblauwe kaft en dun papier. Dit exemplaar blijkt nu helaas onvindbaar. Het verhaal maakte een overweldigende indruk op me. Hier was een leeftijdgenote die opgesloten zat, terwijl ik zelf kon gaan en staan waar ik maar wilde. Hoe moet Anne zich niet gevoeld hebben in die kooi waaruit ze niet kon ontsnappen, vroeg ik me telkens af. Het leek me verschrikkelijke wat zij door moest maken. 
  Oorlog kon ik me sowieso niet voorstellen. Ik kende wel de verhalen van mijn ouders die zelf tieners waren geweest in de jaren 40 -45, maar het leek zo lang geleden en zo ver weg. Het had niets van doen met mijn opwindende leventje als brugklasser. Vliegtuigen, bommen, doden, vervolging, concentratiekampen .……het leken prehistorische elementen uit de geschiedenis.


Nu ik zelf een puberende dochter heb van dertien, van dezelfde leeftijd dus als Anne toen die aan haar onderduikavontuur begon, herlas ik het boek met een heel nieuwe blik. Waar ik eerder vooral was gegrepen door de realiteit van de tweede wereldoorlog en de Jodenvervolging, was ik het nu door de verhouding tussen Anne en haar schuilgenoten.
  Het moet een verschrikking zijn geweest om zo dicht op elkaars lip te leven, je grenzen constant te moeten bewaken en ondertussen ook nog tegemoet te komen aan je verlangen te groeien als mens. Je stoort je aan de kleinste dingen. Alles wordt opgemerkt, niets gaat voorbij zonder dat een of meerderen zich ermee bemoeien en hun zegje moeten doen. Dat Anne niet gek geworden is! Gelukkig had ze haar dagboek. Haar uitlaatklep. Ze kon al haar dagelijkse beslommeringen van zich afschrijven. Had haar moeder ook een hobby gehad dan waren ze elkaar vast en zeker dichterbij gekomen.

  Maar Anne’s moeder had geen hobby. Haar enige gedachten en bezigheden  hadden te maken met overleven en zo weinig mogelijk verlies lijden. En het verlies van dochter Anne op emotioneel vlak woog zwaar voor haar binnen de beperkte mogelijkheden en ruimte van het achterhuis.
  Anne was helemaal niet bezig met verliezen, maar met winnen. Dat is de verdienste van de jeugd. Anne zag door het raam nog de weidsheid van een stad die ooit weer vrij zou zijn. En in het gezelschap van Peter ging voor haar een heel nieuwe wereld open van romantiek en aanzwellende seksualiteit.
  Anne kon zo prachtig schrijven omdat ze haar ziel zuiver hield en geen  concessies deed. Iedereen was in feite jaloers op Anne, en haar moeder misschien nog wel het meest van allen.
Voor de moeder betekende het onderduiken een definitief einde aan haar jeugd. Ze voelde zich plotseling oud en droeg alleen nog maar de lasten van een loodzware verantwoordelijkheid.  
En wie zo de deur voor zijn neus dicht geklapt krijgt, wordt gemakkelijk een zeurkous. En dat was nu precies waar Anne een grondige hekel aan had. Zeurende mensen.
  Als mijn dochter mij laat weten dat ik zeur, denk ik aan Anne Frank en haar moeder. Dan voel ik opeens dat ik geen recht heb op zeuren. Mijn wereld is niet gesloten maar open. Ik kan me jong of oud voelen, en kies voor het eerste. Ik leef zo vrij als ik maar kan. Al is het maar om een prettig mens te zijn voor mezelf en anderen.

dinsdag 21 februari 2012

Connected 2

Omdat het zoals ik al vreesde verslavend werkt moet ik toch nog even wat kwijt over het programma waar ik al eerder over blogde: Connected.

Ja, ik kijk en ik neem het zelfs op als ik niet kan kijken. Voor mij is dit een bewijs van grote interesse. Het is een half uurtje ontspanning. Ik ervaar mijn eigen spanningen als minstens even groot als de spanningen die ik bij de Connected-dames waarneem. Mijn spanningen zijn voelbaar en gaan niet zo maar weg. De spanningen van de vijf vrouwen ten gevolge van hun 'life, love en work-crisissen' zijn voelbaar (dus goed overgebracht) maar gaan lekker weer weg als het half uur voorbij is. Dat is er zo fijn aan. Over en uit. Klaar en verder. En dat zou ik zo graag ook eens willen van die rare fratsen die in mijn kop zitten en zich daar nestelen alsof er nergens anders op de wereld plaats voor hen is. Misschien is het een kwestie van een camera op mezelf richten en dan de vijand naar buiten lokken. Kom maar op als je durft, dan kom je op tv. Dan ben je nog ergens goed voor. Voor beroemdheid en erkenning door het grote publiek.

Maar mijn camera blijft ongebruikt liggen waar hij ligt. Ik heb andere spotlights nodig die mij omtoveren tot mijn maakbare zelf. Er is nog een ander probleem. Ik moet nog van de spotlights gaan houden. Dat komt eerst en daar zijn de vijf dames mij dan een stapje in voor waardoor ik ze benijd en de kunst van hen zal blijven afkijken totdat ik zelf zover ben: ze geilen alle vijf op de spotlights. En ze hebben daar niet eens lagen make-up bij nodig. Knap dames, blijf knokken. De camera is geduldig. En dat weten jullie.

Herinnerde maar vergeten boeken


Herinnerde maar vergeten boeken.
Dit lijkt een contradictio in terminis maar ik zal het uitleggen.
Ik bedoel hiermee de boeken die ik me zo voor de geest kan halen en waarvan ik het gevoel wat ik erbij kreeg tijdens het lezen nog in mijn lichaam ervaar maar waarvan ik titel noch schrijver kan noemen. Het zijn de meeste boeken uit mijn leeshistorie. Omdat ik pas relatief kort aantekeningen maak van wat ik gelezen heb, is alles van daarvoor aan vergetelheid onderhevig geweest. En helaas ik kan er niet meer bij. Ik kan de ontbrekende gegevens niet meer opdiepen om daarmee mijn historische boekenschat bloot te leggen. Hoe graag zou ik ze allemaal weer in mijn hand willen houden en willen besnuffelen. De vraag beantwoorden van waarom ik ze toen zo mooi vond. Navraag doen in de familie heeft ook geen zin. Behalve mijn zus die nog het dichtst bij mijn leeshonger stond, was verder niemand in boeken geinteresseerd. En sinds mijn ouders kleiner zijn gaan wonen zijn veel boeken uit mijn jeugd ook weg gegaan.

Maar het waren toch vooral boeken van elders die ik las. Van de bibliotheek met name.
Ik herinner me dat ik een boek mee naar huis had gebracht. Ik ben nooit verder gekomen dan de eerste paar bladzijden ervan. Ik vond die zo intrigerend en mysterieus dat ik niet verder kon lezen. Die opgewekte spanning wilde ik voor niets ter wereld beëindigen. Met dat gevoel wilde ik leven. De hoopvolle verwachting die niet ingelost wordt. Misschien zou de rest van het boek wel tegenvallen of zakte de schrijfstijl in na enkele bladzijden. Het is een fenomeen dat moeilijk te verklaren is. Ik moet er langer over nadenken waar dit op duidde. Het zegt iets over mijn karakter, en dat voor mij mogelijk geldt : het bezit van de zaak is het einde van het vermaak.
Het eerste hoofdstuk van het bewuste boek speelde zich in zijn geheel af in de sneeuw in een of ander Oosteuropees land. Ik las het ook in de winter. Dat maakte het identificeren met de tekst gemakkelijker. Er kwam een huis in voor en een kind. De beschreven wereld was een onherkenbare voor mij, dat was misschien wel wat intrigeerde. De totaal andere wereld trok en zoog aan mij. En ik ben dat boek ontelbare malen opnieuw gestart zonder dat ik verder kwam dan dat eerste hoofdstuk. Sommige boeken lijken te heilig om te schenden. En lezen is dan als een vorm van verkrachten die ik mezelf niet toestond. Dus ging het boek terug naar de bib. Gelezen en ongelezen. Het bleef als beloftingsvol cadeau in de rekken staan totdat ik toe was aan de volgende leesronde. Misschien dat ik de volgende keer een hoofdstuk verder kwam. Dat ik er ooit verder in ben gegaan kan ik me niet herinneren. Het bleef een onvoldragen zwangerschap. Het kind werd nooit geboren.
Wat opvalt: ik weet bar weinig over de inhoud van het boek. Het moet dus iets geweest zijn in de schrijfstijl of de beginklapper dat mij zo gepakt heeft. Iets was er, maar wat?

Nu zou ik er ik weet niet wat voor over hebben om dat boek weer in handen te krijgen. Ik kan me niets van de uiterlijkheden van het boek herinneren. Alles wat op de kaft ervan staat is weggevaagd uit mijn geheugen of heeft er waarschijnlijk nooit lang ingezeten. Ook heb ik geen aanknopingspunten om op internet te zoeken. Het was een jeugdroman en ik las het toen ik ongeveer 10 of 11 jaar moet zijn geweest. Helaas helaas, dit boek is voor altijd onvindbaar. Weg en juist daardoor zo aanwezig. En zo zijn er nog veel meer. Boeken waarvan ik nog allerlei details weet maar niets over welk boek het precies is. Ik was erg bevattelijk voor alles rondom het boek. De hele geschiedenis van waar het stond in de bib tot hoe het boek rook, aanvoelde, geillustreerd was bleef mij langdurig bij. Oh ja, dat boek waar ik het hier eerder over ging, was geillustreerd. Als iemand een clou heeft welk boek het is – wat moeilijk zal zijn aan de hand van de gegevens die ik heb verstrekt – laat het me weten. ( wordt vervolgd). 

maandag 20 februari 2012

Swaan


swaan zwaan
ik leer mijn kind van zes taal
letters, woorden, zinnen
lezen, schrijven, spellen
en ik kijk zelf weer met nieuwe ogen naar taal
naar mijn taal
wat als ik me niets aantrok van conventies en spellingsafspraken?
en ik swaan kon denken, zeggen en schrijven zonder
dat er dan een alarmbel ging rinkelen in mijn hoofd?
of zonder dat ik daarvoor terecht gewezen zou worden?
dan was het voor mij vanaf nu swaan
dit is een passender naam voor dat mooie dier
dat zelf niet in opstand kan komen tegen zwaan
en dan ken ik er nog een: flinder

zondag 19 februari 2012

Eeuwig zonde

In mei 1997 noteerde ik in een nog blanco opschrijfboekje:
Nu pas  - ja véééél te laat, wat een verkwisting van alle titels die ik nu niet meer weet -  begonnen met het noteren van gelezen en bestudeerde boeken.
Van Goethe zijn ook lijsten welke boeken hij geleend had bij de rococo bibliotheek in Weimar. (tv-programma  'De wereld van Boudewijn Büch' 14-5-'97)

Hier staat het. Gelukkig heb ik dit wel opgeschreven anders zou ik ook dit nu bijna vijftien jaar later niet meer hebben geweten. Blijkbaar had ik een uitzending van B.Büch gezien en bracht de lijst die Goethe bijhield mij op het idee zelf ook een leeslijst aan te gaan leggen. Het boekje moet ik direct na die uitzending in gebruik hebben genomen. De eerste ingangen dateren van april 1997. Ik weet niet hoeveel boeken ik sindsdien gelezen heb. Ze staan er als het goed is wel allemaal in. Maar ik heb niet een opschrijfsysteem waarbij ik ook nummer. Mijn systeem legt alleen vast de titel, de auteur, de maand en het jaar van lezen, eventueel ondertitel en waar ik het boek vandaan heb ( of het in eigen bezit is of uit welke bibliotheek het geleend is).

Ik ben erg blij dat ik er destijds mee begonnen ben, maar betreur het nu nog meer dan toen dat ik niet een lijst bezit van de boeken die in mijn jeugd zo'n indruk op mij gemaakt hebben. Ik herinner me zoveel feiten die met boeken en lezen te maken hebben. Ik kan gerust stellen dat boeken en lezen altijd mijn grote liefde zijn geweest in het leven. Boeken uit mijn herinnering breng ik in verband met een kaft, kleur, geur, inhoud, lettergrootte, indeling, indruk die ze op mij maakten. Maar ook heel belangrijk de plaats waar ze thuis waren en hoe die plaats dan weer rook, eruit zag, welke indruk die op mij maakte. Ruimtes met boeken waren voor mij een soort tempels waar ik me in een heiligdom van de menselijke geest waande. Ik had ontzag voor deze ruimtes vooral als het er stil was en de sfeer een beetje beklemmend of zoals ik dat interpreteerde spannend. In een nieuw boek beginnen vond ik zo opwindend dat ik het soms uitstelde en uitstelde. De verwachtingen mochten nog niet geschonden worden door de ontdekking van de altijd wat banalere realiteit.

Ook in de huizen van andere mensen trokken de daar aanwezige boeken mij als een magneet naar zich toe. Als de grote mensen praatten ging ik op zoek naar de boekenkast en nam alle rugtitels in mijn geest op. Wij kwamen nooit bij echt geletterde mensen. Meestal ging de boekenverzameling niet verder dan Scandinavische streekromans en ja een rommeltje dat ik nu maar even voor het gemak samenvattend Nederlandse streekromans noem. Er was eigenlijk nooit iets bij wat ik later had willen lezen maar toch was de fascinatie daar niet minder om. Boeken waren boeken en ik was nog niet op het punt dat ik discrimineerde wat de inhoud ervan betrof.

De boeken die wij thuis hadden bestonden uit onze kinderboeken die met de tijd een steeds groter aandeel van de totale verzameling ging vormen en de boeken voor volwassenen. Voor mij was dat onderscheid trouwens niet zo strikt. Ik vond die scheidslijn arbitrair en overbodig. Als volwassenen kinderboeken wilden lezen, let it be, en andersom was het nog beter. Je kan een weg langzaam of snel afleggen en ik wilde de weg naar de veel grotere voorraad volwassenenboeken zo snel mogelijk afleggen. Ik las me een tunnel door de kinderboekenberg heen om bij het licht van de uitgang de berg van boven de 5000 meter van romans te ontwaren.

Bij onze plaatselijke bibliotheek waar ik lid van was mocht ik op eigen verzoek vervroegd overstappen naar de volwassenenafdeling omdat ik  - maar dat loog ik bij elkaar -  alle kinderboeken al uit had. Wel werd ik  door een medewerkster geleid naar het boek waar ik dan mee moest beginnen en dat was "Jody en het hertenjong" van Marjorie Kinnan Rawlings. Dit boek heb ik opgezocht op internet en daar staat het nu geclassificeerd als jeugdboek. Na die eerste keer zorgde ik ervoor dat ik zelf mijn leenboeken uitkoos en dat niemand mij daarin meer aanstuurde. Ik begon als ik me het goed herinner met de boeken van Jan Wolkers en Remco Campert. ( wordt vervolgd)

vrijdag 10 februari 2012

Supertrash-slet

Ik ben op zoek naar een nieuwe identiteit. Zoals een vlinder uit de pop komt zo wil ik een keer uit mijn lelijke-eendenei kruipen. En omdat mijn nieuwe ik wel bij me moet passen en dus al ergens diep weggedoken in mij aanwezig moet zijn ben ik naast alle rollen die ik al vervul nu ook mijn eigen restyler. 
Maandenlang heb ik beelden en ideeën laten inzinken. Het kiezen van wie en wat ik wil zijn wordt steeds meer een afstrepen van wie en wat ik niet wil zijn. Er moet natuurlijk nog wel iets overschieten. Iets wat origineel is, jonger oogt dan ik ben en het mag best wat meer edgy zijn dan wat het nu is.
Op mijn leeftijd moet je extra klunen om aandacht te vangen. Het kan niet meer van stijfstrakke lichaamsdelen of torenende borsten afkomen; er moet uit andere vaten getapt worden. Het geheim van het aantrekken zit 'm sowieso ergens anders in dan in het uiterlijk dus daar moet ik op af, op dat vage 'ergens anders'. Ik zie hoe langer hoe meer in dat (re)stylen een echt vak is. Waar ben ik aan begonnen?
Puur uit ongeduld omdat het ei maar niet wil breken heb ik alvast een naam verzonnen voor het beestje: Supertrash-slet.
Met de naam al in het hoofd, hoeft het stijlconcept alleen nog maar uitgewerkt en omkleed te worden. Alhoewel, veel kleding heeft deze look niet om het lijf, laten we het houden op minimalistische basics.

Een verantwoording voor de gekozen richting kan ik zo geven. Het is een allegaartje afkomstig uit de media. Niet de sociale media want die volg ik niet, maar de asociale. Boeken, tijdschriften, tv. Daar lees, zie en hoor ik wel eens opmerkelijke dingen.
Sinds Esther Gerritsen haar column in de VPRO-gids schreef over hoe zij en haar vriendinnen na haar scheiding spraken over hoe graag zij, achteraf bekeken, sletteriger hadden willen leven ben ik daarover blijven nadenken. Heerlijk om eens alle regels aan je laars te lappen en te leven volgens wat je gevoel je ingeeft. De teugels los en het paard in gallop. Wow! Ja, zo wil ik het nu. Versnelling via versletting.
En waarom Supertrash? Omdat dit kledingmerk perfect aansluit bij het sletidee. Een slet met sletervaring verleidt via de schijn van exclusieve en stijlvolle kleding. Supertrash levert deze kledinglook voor een grijpstuiver. Iedereen kan supertrashen.
Supertrashboss Olcay Gulsen heeft vlakbij mij gewoond. Ik had haar kunnen tegenkomen, gewoon op straat. Dat is niet gebeurd maar nu draag ik haar kleding, gewoon op straat.
Dat negatieve betekenis van 'trash' is totaal onderuit gehaald. Het is het ideaal geworden.

donderdag 9 februari 2012

Connected 1

Connected =  realityserie volgens internationaal format waarin vijf vrouwen 100% puur zichzelf zijn en anderen hiervan via amateurbeelden deelgenoot maken.

Wanneer ben je connected en wanneer niet? Ik krijg na het zien van aflevering 1 van de pas gestarte tv-serie met deze naam het idee dat je in onze maatschappij pas connected bent als je een heftige relatie aangaat met een op jezelf gerichte camera. Die camera verleidt je tot het vastleggen van de meest intieme momenten tussen jullie beiden en soms spoort hij je zelfs aan tot het gedoe van een triootje. De spetters van zo'n actie kunnen als je je maatje mag geloven ongecensureerd voorgeschoteld worden aan tv-kijkend en zappend Nederland. 
Onder het motto 'mijn leven is interessant en als jullie mij niet opzoeken zoek ik jullie op', hebben vijf aandachtstekortkomende vrouwen in ieder geval hun eerste kijkerswinst binnengehaald. Of de hoge kijkcijfers zich continueren zal afhangen van de mate waarin de dames zich emotioneel en fysiek bloot geven. Het is real life tv, onopgesmukt en van een laag BN'er-gehalte. Neemt niet weg dat ieder van deze vijf vrouwen met de gang naar nationale televisie meedingt naar een volwaardig BN'erschap.
Het adagium van altijd verbonden zijn en alles met iedereen in je leven delen is best wel uit te breiden tot buiten Facebook. Beeld en geluid, gezoen, geseks (dit laatste nog niet gezien maar je kan er op gaan zitten wachten) via de tv hakt er nog indringender in.

'Yes I am connected.' Niet met jullie dames, niet met de camera, maar met mezelf. En ik houd jullie daarbij liever op afstand, want hoewel er wel herkenning is zijn de verschillen toch ook groot. Al was het maar dat ik niet van mening ben dat mijn leven in ongeromantiseerde vorm interessant genoeg is voor anderen. Daarom schrijf ik een roman. Omdat het onverteerbare stuk van mijzelf eerst met veel spuug, maagzuur, gal, bacteriën en gassen omgezet moet worden voordat ik het durf aan te bieden. Ik geef jullie geen kijkje in de keuken, maar kom met een smakelijk hoofdgerecht. Dat heet de kunst van het gastenverwennen. En wie toch graag een kijkje achter de schermen wil nemen moet daarvoor eerst mijn toestemming vragen. Dat heet zelfbescherming en gezond verstand.

Zondag voelde ik me heel erg connected. Met de natuur, met het ijs, met de andere schaatsers, met mijn kinderen en met mezelf. Onze schaatsfratsen heb ik gefilmd met mijn mobiel. Te gekke draaiende bewegingen, valpartijen, de eerste losse schaatsmomenten van Fréderique. Dat filmpje hebben we thuis terugbekeken. We vonden het grappig, mischien zelfs ontroerend maar we voelden geen van drieën de behoefte het filmpje te delen met anderen. Om ons nog connecteder te voelen. De kunst is tegenwoordig om onconnected te blijven en daardoor nog enigszins authentiek.
Het tv-programma zal wel aan zijn eigen succes ten onder gaan. Huwelijken die nu nog goed zijn zullen stranden, en de vrijgezelle dames zullen aan de man geraken. Alles zal gaan verkeren in zijn tegendeel.
Want als je hieraan meedoet is één ding zeker, dan wil je een megaverandering in je leven op een crashende wijze tot stand brengen. Good luck ladies!




vrijdag 3 februari 2012

De lange weg van een Remington typemachine naar een notebook

"Wachtwoord? Het moet een combinatie van letters en cijfers zijn," zeg ik luid en verstaanbaar.  
"Doe maar woonplaats en daarachter mijn geboortejaar."
Ik type in 'sHertogenbosch1926.
"Das veel te lang," protesteer ik.
"Wel makkelijk te onthouden. En wat anders?" vraagt hij.
"Ma's voornaam en de datum van jullie trouwdag bijvoorbeeld."
"Nee, die niet. Doe maar gewoon wat ik net zei."
Ik noteer gebruikersnaam en wachtwoord ook in het schriftje waarin alle geheimen van zijn digitale leven moeten komen. Hij heeft een sleuteltic en is altijd in paniek over verloren gewaande sleutels. Die van ijzer dan wel te verstaan. Ik vrees het ergste voor die andere sleutels die nu komen gaan.

Mijn vader is een trage trendvolger. Hij heeft op zijn 85ste zijn eerste computer aangeschaft. Een notebook. Lang over gesproken, lang over getwijfeld, heel erg bang voor geweest, tot in den treure uitgesteld maar uiteindelijk overstag gegaan. Kinderen en kleinkinderen slaken een collectieve zucht van verlichting. Nu na jaren zeuren en dralen het schoothondje eindelijk een warm plekje in huis heeft gekregen, komt de vermoeidheid en opgekropte frustratie bij iedereen naar buiten. "Had hij dit maar jaren eerder gedaan." Het is zinloos om te zeggen maar toch.
Zijn beste vriend Rob, decennialang een fervent anti-computeroccupist, is enkele maanden geleden dezelfde weg gegaan. Als trendsetter voor een hele groep ouderen uit zijn kring zie je nu ineens de ene na de andere krasse knar de plaatselijke computertoko binnen stappen om tekst en uitleg te vragen bij de aankoop van een, ja hoe heet het nieuwste model van die geavanceerde rekenmachine eigenlijk? Tebblet? Nootboek?Aaipet? Wiefie, bloetoes?
Mijn vaders voorlaatste gadget was een Remington typemachine. Niet eens een electrische. Werkzaam bij Remington op kantoor kreeg hij het ding met personeelskorting. Hij was er verknocht aan. Ik zie zijn vingers nog de druktoetsen te lijf gaan. Het geluid van de aanslagen, de inktlinten, de typefouten, de terugslaghendel, de typex, de zwaarte van het bakbeest, het is allemaal op mijn harde schijf opgeslagen.

Ik kijk hoe mijn vaders nog altijd vaste hand met de muis vat probeert te krijgen op de cursor die hem steeds ontglipt.
"Kunnen de letters wat groter? En hoe moet dat?"
Ons geduld wordt nog altijd op de proef gesteld. Maar om stoom af te blazen kunnen we nu altijd even  een spelletje ' Call of Duty Modern Warfare 3' spelen. Een spelletje 'knal-ze-allemaal-kapot' zoals mijn zesjarige dochter het noemt. Ik heb er wel een filter voor 'adults only' op gezet maar niet een voor 'geweld'.

donderdag 2 februari 2012

Zo simpel?

"Write your blog as if you are a ten year old because it makes it more 'real'."
Dit zijn niet mijn woorden maar ze zitten nu wel in mijn hoofd. Als blogger lees je andere blogs, je wilt tenslotte weten waar jij staat in de pikorde. Dat ronddwalen op andermans digitale pagina's levert doorgaans  bewondering en afgunst op. Het ziet er bij de buren altijd leuker en interessanter uit. Soms zo erg dat je met tegenzin naar je eigen bloghonk terugkeert om met de moed in de schoenen gezonken aan een nieuwe bijdrage te beginnen. Maar zojuist heb ik dan wellicht de gouden tip gelezen. Schrijf als het kind, net zoals schilders beweren dat het de kunst is te schilderen met de argeloosheid en onbevangenheid van het kind.
Moet ik dan al die woordenwijsheid die in mijn hoofd zit overboord gooien? Mag ik nog wel getuigen van eruditie, verstand van zaken en eigenzinnigheid? Dat laatste zeker wel. Met het overige moet matigjes omgesprongen worden. Want deze blog schrijf ik niet alleen voor mezelf. Dan bestond hij niet. Ik wil gehoord en gelezen worden. Maar net zoals ik nu al weer vergeten ben op welke blogsite ik de openingszin gelezen heb, klikken mensen mij weg en snellen naar het volgende toe.

zondag 29 januari 2012

Uitroken of gedogen?

Van bewust geen huisdieren naar ineens twee van die ongenode gasten komt als een overval. Een mol en een muis. Of een mollenfamilie en een muizenfamilie? De een in de achtertuin die het gazon als een bezetene omwoelt en tot bergen zand omtovert, de ander in de berging die voor zover ik kan nagaan (echt opspeuren durf ik hem niet) tegen de warme diepvriesmotor aannestelt. Hypernerveus raak ik ervan. Het komt te dichtbij, te onverwacht en te veel tegelijkertijd. Ik was liever huisdierloos gebleven, iets wat ik lang heb weten vol te houden ondanks dat mijn kinderen al jaren aan mijn hoofd zeuren dat er een aaibaar beestje in huis moet komen. 'Zeg je nee, dan krijg je er twee' zou zo maar op mij van toepassing kunnen zijn.
Het valt op hoe weinig druk ik met de dieren ben. Ik hoef ze niet te voeren (ze jatten je eten), niet uit te laten (ze poepen en plassen gewoon overal) en er niet mee naar de dierenarts (zou die er trouwens iets tegen hebben?). Toch heeft de situatie wat mij betreft een zeer korte houdbaarheidsdatum.
Ik wil ze het liefst uitroken, doodhongeren, wegpesten, verdelgen. Er is heus wel iets wat ik zou kunnen ondernemen als.........ja als ik ze ooit zag. Maar ze laten zich niet zien. En, toegegeven, ik ben daar niet echt rouwig om. Zo kan ik heerlijk naïef mezelf voorhouden dat ze er niet zijn.

Na de eerste schrik herwint mijn verstand terrein. Dieren zijn sterk symbolisch geladen. Ik zie de komst van deze twee indringers dan ook als een teken.
'Dieren zijn wat mensen hebben' luidt de titel van een boek van L.F.C. Mees. Wat bij de mens trekjes of karaktereigenschappen zijn, is bij dieren de essentie van hun bestaan. Zo vertegenwoordigt de hond trouw en de slang het kwaad.
Wat vertegenwoordigt de mol? En de muis?
Ik vind ze beide eng, vies en gladjanusserig. Ik wil gillen als ik door de berging heen naar buiten moet.  Maar om mijn kinderen niet net zo bang te maken als ik zelf ben, speel ik alsof er niets aan de hand is en gooi met een stoer gebaar de deur open. Ik zie de keutels liggen, de gaten in de verpakkingen van etenswaren, het spoor naar waar ze nestelen.
Een poes? Zou dat helpen? Maar ik ben bang/allergisch/vies van poezen. Het enige wat ik wil is geen huisdieren in huis en er alleen met mensen samenwonen. We moeten het al doen met muggen, vliegen, spinnen, papiervisjes, oorwurmen, mieren en andere insecten die vrijpostig bij ons intrekken. Voor deze diertjes voer ik een gedoogbeleid maar dat doe ik niet voor mollen en muizen. Ik heb echter één probleem. Ik ben niet sterk in het doden van dieren.

Ik overweeg een advertentie op marktplaats te zetten. Gratis af te halen: muis en eventuele familieleden.Voor dezelfde prijs krijg je er een mol bij cadeau die het gazon luchtig en doorleefd houdt. Wel alles zelf eerst vangen. Ik weet zeker dat ik iemand blij kan maken. Een kind dat net als mijn jongste dochter dolgraag een huisdier wil. En een ouder die net als ik de symboliek van het gebeuren weet te waarderen.

vrijdag 27 januari 2012

Too posh to push

Het weekblad Time krijg ik via een keten van familie en buren mijn huis binnen geschoven. Ik pik er altijd wel iets interessants uit. Mijn oog viel deze keer op het prachtig allitererende 'too posh to push'. Mijn eerste gedachte was dat het 'te sjiek om te haasten/dringen' betekende. De context en de content van het artikel wezen in een andere richting.
Een vrije vertaling, bron de online Urban Dictionary: 'too posh to push' slaat op vrouwen die zich te rijk, beroemd en sjiek vinden om een baby via het geboortekanaal naar buiten te persen. Zij kiezen bewust voor een keizerssnede omdat dit een schonere, makkelijkere en minder afstotende manier zou zijn om een kind ter wereld te brengen. (Subliem die zeggingskracht van het Engels, een weinig-woorden-nodig-taal.)

Hier valt men stil van zich terugtrekkend verstand. Als er een paar dingen zijn in het leven waarbij klassen-  en andere verschillen niet meer meedoen en de mens in al zijn naaktheid alleen tegenover het firmament komt te staan dan zijn dat wel geboren worden, baren en sterven. Wat blijft op die momenten is het aanschouwen van de dood in het teken van het leven. Er moet geknokt worden om de overgang te maken, met alle fysieke en mentale krachten die zich op zo'n moment aandienen. Dit is algemeen menselijk, en misschien worden we juist hierdoor wel echt mens.
Nee, menen de dames posh, de kakluitjes, filmsterren of anderszins (en hun mannen staan bibberend achter hen), bij ons werkt het toch net even anders. Wij willen een bevalling zo hebben, zo en anders niet: toediening van de maximale hoeveelheid narcose, een vlijmscherp mes zonder rafelvorming door de buikwand heen, het kind uit de buikholte liften, navelstreng wegknippen, baby ontdoen van geboortevuil en in de zorgvuldig bij elkaar gekozen designerkleertjes hijsen, dan pas langzaam bijkomen uit de roes.
Beroemdheden vergezellen hun wensen van een financieel zetje waardoor het eisen worden. En niemand heeft, oog in oog met de geboden dollars, de moed in het verweer komen.
De aanstaande vader houdt zich tijdens de lange aanloop naar de operatie gedeisd en komt pas in actie zodra het moment van de eerste 'all smiling' kiekjes daar is. Het wit van de moeder, het rood van de baby en het paars van de vader kunnen later nog weggephotoshopt worden.
De buitenwereld gluurt tussen de gordijnen mee. De facebookpagina van de kleine wacht op opvulling. Het plaatje moet perfect zijn. Ontsierende striae van vermoeidheid, vetophoping en chirurgische handelingen bij de moeder passen daar niet bij. Moederschap is hier een film die, wanneer de opnamen afgerond zijn, via de pers getoond wordt en zo succesvol mogelijk moet gaan draaien.

De baby, Dream genaamd, reageert tot ontzetting van de ouders als elk ander kind: het huilt, drinkt, plast, poept en slaapt te veel of juist te weinig. Moeder blijft nog minstens een week gecontroleerd uitrusten in de geheel opnieuw gedecoreerde 'superstar'kraamsuite waar een bont gezelschap van therapeuten zich aanbiedt met hun helende kunsten en gunsten. Thuis is er de opwachting door vers personeel dat in een drieploegendienst gaat draaien. Want als je een celebrity bent en posh (you belong to the 1%) dan kan zelfs de geboorte van een kind je leven niet omver blazen. Alleen een ongunstig gezinde pers is dat voorbehouden.


dinsdag 24 januari 2012

God Google



‘Ik google nooit, mijn vrouw weet het toch altijd beter.’


Googlegrappen.  De eerste keer dat ik er op een stuitte was dat in de vorm van een ………..Hoe heet zoiets? Goh, het is iets doodnormaals maar ik kan er effe niet op komen. Even googlen ..……….of is het googelen?............Dat laatste moet ik nu eerst weten - en dus opzoeken - anders wordt het zo druk in mijn hoofd en ik kan maar één ding tegelijk aan mijn kop hebben, vooral als ik geconcentreerd bezig ben. Hebbes: het kan en mag beide, maar met de waarschuwing te letten op de vervoeging van het (wegens vertaalluiheid) uit het Engels geïmporteerde werkwoord 'googlen'. Onze Taal zet het allemaal voor ons op een rijtje op haar behulpzame site:…….uhh alweer weggeklikt maar als je het per se wilt weten kun je die zelf via google.com achterhalen.
Ik google/googel  in één ruk door naar waar ik naar op zoek was: de naam van het ding waarop ik mijn eerste googlegrap zag staan. Het zat op een auto. Via 'banner', 'belettering' en nog wat verrassende maar tijd slurpende zijwegen kom ik uit op 'autosticker'. Jee, dat had ik zo ook wel kunnen bedenken toch! Als ik iets meer geduld had gehad was het me misschien zelfs te binnen geschoten. Waarom twijfel ik de laatste tijd toch zo aan alles, aan mezelf?
Autosticker, dat moet het wel zijn. Google afbeeldingen nog even gecheckt………….ja hoor, helemaal zoals ik het gezien heb op die auto.Waar was ik ook alweer naar onderweg? Iets over autosticker toch? Oh nee, de googlegrap.

Ik zag dus een autosticker met daarop “Ik google nooit, mijn vrouw weet het toch altijd beter” op de linkerzijruit achter…………..ho, trap op de rem. Dat wordt opnieuw googlen/googelen/goochelen want het zou ook best linksachterzijruit kunnen zijn of achteruitlinkerzij of een van de andere mogelijke varianten.
Daar gaan we weer. Ik moet het nu weten ook. Mijn weetgierigheid is gewend geraakt aan ogenblikkelijke bevrediging. Een verslaving ligt op de loer.  
Paar rondjes googelen ( ik heb nu definitief voor 'googelen' gekozen en het alternatief als een baksteen laten vallen) levert niet het gewenste resultaat op. Balen. Dan herinner ik me dat ik nog een viertalig technisch woordenboek op zolder heb liggen. Maar dan moet ik helemaal opstaan en twee trappen beklimmen. Ik zoek nog even verder op internet. Het moet ergens te vinden zijn! Ja hoor, het goede antwoord komt uit betrouwbare bron: linkerachterzijruit, helemaal aan elkaar geschreven. Die moet ik onthouden!

Autosticker met "Ik google nooit, mijn vrouw weet het toch altijd beter” dus op de linkerachterzijruit van een geparkeerde Belgische auto.
Voor absurde grappen heb ik een zwak en deze kwam nog dieper binnen dan andere. Ik stelde me de eigenaar van de auto voor, een Belg, maar helderder dan de man zag ik zijn kijverige vrouw voor mijn geest opdoemen. En tegelijk met haar al die andere betweterige vrouwen die het trachten te winnen van nog betweterigere mannen.
In de strijd tussen de sexen heeft zich een derde persoon gemeld: Google, de onbetwiste leider en scheider. In een huwelijk waar de vrouw het voor het zeggen heeft, of althans denkt dat dit het geval is, is er nog niet zo veel aan de hand lijkt me. 

vrijdag 20 januari 2012

Opgewonden vrouwen


‘Is dit echt je eerste keer? Nee, je houdt me voor de gek.’
Mijn buurvrouw kan het zich niet voorstellen. Zelf is zij inmiddels de tel kwijt geraakt.
‘Ik wist er altijd onderuit te komen,’antwoord ik.

Ik voel spatjes van wat wel eens verwachtingsvolle spanning zou kunnen zijn. Ik heb me voor de gelegenheid omgekleed en opgemaakt. We gaan naar een thuisparty. De man in huis heeft al aangekondigd dat hij overwerkt. De zoon is zonder opgaaf van reden ook van huis. Dochterlief vertoont geen vluchtgedrag en is net als haar moeder groot fan. Ik zou dit soort party’s meteen omarmen als er ook mannen bij aanschoven. Volgens mij gaat dan het dak er pas echt af.  

Het concept moet klakkeloos overgenomen zijn uit Engeland. Of Amerika. Waar komt het vandaan eigenlijk? Ik ga smullen, dat voel ik al als we aanbellen. Onze stemming is goed. Te goed misschien wel. Ik ken mezelf, dat wordt oppassen.

Vrouwen die zich haast in extase vergrijpen aan de uitgestalde spullen, alles heel verantwoord op kleur en maat gesorteerd. Het commentaar wil je liever niet horen. 
De demonstratrice verkondigt dat de teckel, een hitartikel, niet meer leverbaar is.
Ik kijk mijn buurvrouw aan. “ M I C K E Y,” zeg ik bijna geluidloos, duidelijk met mijn mond de lettergrepen articulerend. Mickey, de langharige teckel van mijn buurvrouw. We schieten allebei in de lach. Ik voel een bevrijdende golf van gekheid in me aanzwellen. Even later rollen de tranen over mijn wangen.

Nippend van de koffie kijkt de kring me met een mix van verbazing en ergernis aan. Omdat ik mijn lachsalvo’s probeer te smoren, stik ik bijna in een stuk zelfgebakken cake. Mijn buurvrouw is met dezelfde worsteling bezig. Demodame Marianne laat zich na een eerste blijk van afkeuring niets meer aan mij gelegen liggen en spuwt continue verkooppraatjes de ruimte in. Ik doe een poging me te beteren. Ga van de weeromstuit intelligente en onbeantwoordbare vragen stellen over de waar. Elk oogcontact met mijn buurvrouw vermijdend. Van het Tupperwarefenomeen snap ik een uur later nog steeds niets. Maar mijn lachspieren zijn helemaal los.    


dinsdag 3 januari 2012

Vakantiestuwmeer


Mooi nieuw onbekend  woord:  vakantiestuwmeer. Het kwam onlangs vanuit het niets  prominent in het nieuws  door een verandering in de wetgeving omtrent het opnemen van opgespaarde vakantiedagen.  Een sociaal-economisch fenomeen van niet bijzonder bedreigend belang in de huidige economische recessieronde katapulteert het woord de samenleving in waardoor het ons overvalt op een moment dat iedereen zich net rond de decemberfeestdagen zit te verkneukelen over de bons vrije dagen die na 1 januari weer op de virtuele verlofkaart bijgeschreven zal worden. Vooral het cumulatieve effect, de bijtelling van nieuwe vakantiedagen bij oude, kan ons bijzonder opvrolijken.  
Of bestaat het woord al langer?  Even googelen.  Juist, nieuw voor mij dus, waarschijnlijk omdat ik nooit de gelukkige bezitster van een vakantiestuwmeer ben geweest.  Of moet ik zeggen de ongelukkige omdat er een smet aan het begrip blijkt te kleven? Een smet waar we nu vanaf willen. Ook daarvan was ik me nooit bewust. Wat is onwetendheid soms toch een zoete zaligheid om in te verkeren. 

Bij het woord een woud aan associaties. Vakantie, zon, warmte, rozige vrijheid enerzijds en anderzijds het stuwmeer dat je vrijheid beknot omdat het duwt, dringt en noodzaak creëert terwijl  vakantie juist is bedoeld om eens verlost te zijn van het knellende en noodzakelijke.  Je voelt bij het woord stress opkomen.  Navenant het waterpeil van het meer stijgt, neemt de vakantiestress toe.
Er is al zoveel dat je aandacht vereist  en nu komt er ook dat stuwmeer nog bij dat zich als een kolossale watermassa achter je rug schuil houdt om opeens met tonnen tegelijk over je heen te donderen en je neer te drukken richting de bodem.  Je kunt niet meer opstaan; het gewicht, de zwaarte, de verstikking, de verdrinking. Een ramp voltrekt zich. Je legt het loodje tijdens je vakantie als het al niet ervoor is. Je harde werken is voor niets geweest. Het moeizaam sparen van je vrije dagen voor die ene grote reis, die felbegeerde sabbatical, dat grootse plan samen met je …. (invullen) ….is de aanleiding geworden voor een tragisch ongeval. Het stuwmeer had een dermate oprukkend vermogen dat je het niet meer na kunt vertellen. Je baas, je partner, je kinderen, jijzelf, who is to blame? Het had zo mooi kunnen zijn.…………had.

Het Gardameer, de Friese meren, het Baikalmeer, er zijn genoeg meren die verbonden kunnen worden met vakantie. Bij een meer is dat echter niet het geval: het stuwmeer.  Bij stuwen denk je aan hard werken, of aan hard tegenwerken.
Er is nog een andere zijweg te bewandelen. Het woord meer is een homoniem. Een meer is water maar  meer is ook de vergrotende trap van veel.  Vakantiestuwmeer als de vergrotende trap van vakantiestuwveel. Dan blijkt hoe desastreus de situatie pas echt wordt voorgesteld. 
Kan er niet gewoon vrijheid blijven bij het opnemen van je vakantiedagen nadat je eerst vrij bent geweest in het opsparen ervan? Omdat vakantie zo dicht tegen vrijheid aanschuurt.
Laten we het vakantiestuwmeer niet leeg maken maar vol houden. En de lettergreep stuw schrappen. Zodat we het hele jaar kunnen voorgenieten van alle vrije dagen die we nog tegoed hebben. Met die rijkdom in ons hoofd nemen we ook pas echt vrij als we er optimaal van kunnen profiteren. En niet omdat de baas vindt dat we ze nu of nooit op moeten nemen. Gewoon omdat we allemaal volwassenen zijn die het zelf wel kunnen bepalen.