maandag 28 november 2011

Je weet het vanzelf. Je hoeft er niets voor te doen. Het komt als de tijd er rijp voor is.

Ik woonde op een apenrots zonder een aap te zijn. Er was me ingepalmd dat ik er moest blijven. Mijn hele leven. Dat zou pas veilig zijn. Wat er gebeurde als je de rots verliet kon niemand me vertellen want niemand had het gedaan, niemand deed het. Als je slim was, bleef je gewoon waar je was. Het was de truc je nergens druk over te maken. Wat ironie, sarcasme, cynisme; pepmiddelen voor een lang en duurzaam bestaan op de rots. We hielpen elkaar er doorheen.
'En…, werd er ook nog gezegd, 'je weet het vanzelf. Je hoeft er niets voor te doen. Het komt als de tijd er rijp voor is.'
Wat dat ‘het’ was, niemand die het kon vertellen. Er heerste de cultuur van na-apen. Het lachwekkendste regime ter wereld. Gekke bekken, mooie bellen blazen. En altijd wel een feestje in het vooruitzicht. Het uit elkaar spattende vuurwerk van nachten vol romantiek en seks. Apen doen waar zij het beste in zijn. Het was af en toe best een vrolijke boel. Toch was het wachten een dodelijk virus, leidend op den duur naar, ja naar de eeuwige apenrots, de dood.

Luister niet langer naar de wind die alle richtingen bedient, nam ik me na lang wachten voor. Goede aapraadgevers zijn slechte leermeesters. En ik verliet na heel veel verloren jaren, en niet zonder de nodige strijd, de apenrots. Ik wist niet eens waar ik op had gewacht. De tijd was hoe langer hoe meer mijn vijand geworden. Als kind voelde ik dat niet zo, maar later kon ik bloednerveus en tenenkrommend de tijd geen enkele gunst meer verlenen. Mijn jeukende vingers wilden krabben, niet aan het lijf van een ander, aan dat van een aap, maar aan een weerbarstig verhaal dat in me zat en zich niet gemakkelijk beet liet pakken.
Dat op te schrijven was mijn droom. Ik beefde over heel het lijf. Vergat heel langzaam de jaren op de rots, kreeg opnieuw vertrouwen in mezelf en de ander. Leerde de pen hanteren. Het had er altijd al hoopvol uitgezien. Vroeger al op school. Zou ik het nog kunnen, als een kind?

dinsdag 15 november 2011

Om de oren geslagen

'Jouw prins zit in het bejaardentehuis, is een oude opa en heeft een witte rollator. En........... hij is 84!'
Aldus mijn zesjarige dochter.
Zo die zit. Ik ben sprakeloos.
Kan ik net zo goed in de tussentijd de bloemetjes buiten zetten. Wat weerhoudt me?
Dat ik over een eindeloos geduld beschik als het sommige zaken betreft weet ik, maar zo lang wachten dat houd ik zelfs niet vol. Ik ben van plan er toch eens wat actiever mee aan de slag te gaan. Maar waarmee dan precies?  En hoe?
Lex, een vriend van me, doet ook een duit in het zakje en zoekt voor mij het nummer "You can't always get what you want' op van de Rolling Stones. Youtube blèrt door de kamer heen. Ondertussen volgt nog een mondelinge uitleg over 'when you try too hard.....'. Iedereen schijnt het beter te weten dan ik. Tijd om de benen te nemen. De rest wil ik niet meer horen.
Kinderen, vrienden, bekenden, ik ben even niet thuis. Leave me alone!
Jullie zien me pas weer als ik in het bejaardentehuis zit.

vrijdag 11 november 2011

Shortlist

Hoera.
Ik sta wederom op de shortlist van een verhalenwedstrijd.
Er zijn twee mededingers.
De link is : http://www.bhic.nl/index.php?id=13262
Mijn verhaal heet "1963, Bernse Veer". 
Campagne stemmen winnen gaat nu weer van start.
Zal ik ook BN'ers gaan aanschrijven via hun Facebook zoals die andere dame heeft gedaan en waarmee zij uiteindelijk het meeste stemmen had binnengehaald? Het is ook kwestie van brutaal zijn. 

woensdag 9 november 2011

As hot as my daughter

"Die jurk is iets te sexy voor jou. Nou....hij is eigenlijk veel te sexy voor jou."
Mijn dochter van zes geeft commentaar op de jurk die ik uit de kledingkast van mijn oudste dochter heb getrokken en nu al de hele dag draag.
Ik vraag me af of ik zo'n vrouw ben die mee zou kunnen doen aan het tv-programma "Hotter than my Daughter".
Mijn figuur zou probleemloos door de ballotagecomissie komen maar als men mijn kast met kleren gaat keuren dan ben ik niet langer meer hot maar average. Geen doorkijkbloesjes, hotpants en tijgerprintniemandalletjes te bekennen tussen mijn outfits. Ook het kleurengamma is eerder onopvallend dan fel en uitdagend. Nee, ik moet het hebben van de inhoud en niet van de verpakking.

Maar net als de moeders in genoemd programma krijg ik voortdurend negatief commentaar op wat ik draag. En dat commentaar is afkomstig van mijn eigen kinderen. Er is dus ook geen dag aan te ontkomen. Er zijn al dagen geweest dat ik de hele dag in mijn nachtgoed ben blijven rondlopen. Ook geen houden aan op de lange duur. De oplossing heb ik ergens anders gezocht.
Sinds ruim een jaar koop ik geen nieuwe kleren meer. Omdat een mens nu eenmaal bedekt over straat moet, open ik als mijn oudste dochter naar school is haar ruim gevulde kledingkast en zoek uit wat me die dag aanstaat. Er zit altijd iets tussen naar mijn zin. Het kledingaanbod in haar kast is vele malen groter en ook nog eens tig keer hipper en sexier dan in mijn kast. Het voelt alsof ik in luilekkerland mag graaien. Maar het addertje onder het gras is dat ik het uitgekozene weer in dezelfde conditie op dezelfde plaats terug in haar kast moet hebben hangen voordat zij thuis komt. Anders is het de rest van de dag bonje tussen haar en mij. Soms is deze perfecte timing niet te handhaven zoals wel duidelijk mag zijn. Ik krijg dan om mijn oren en hijs me schuldig weer in mijn wat dan aanvoelt als 'plunjezakken'. Ouder en kleurlozer eindig ik de dag die zo fris, jong en sexy begonnen was.

Het is maar goed dat mijn meiden zich ( nog ) niet met de mannen bemoeien die ik uitkies.

dinsdag 8 november 2011

Zoveel hoofden zoveel zinnen

‘Ze gaat mijn sociale leven niet beïnvloeden.’
Mijn dochter van 13 maakt haar eerste grote statement in haar leven waar ik van opkijk. Aanleiding is de geboorte van haar halfzusje. Zij heeft al snel, het duurde geen drie dagen, door wat de komst van een baby betekent in een huishouden. Er wordt te pas en te onpas door mij een beroep op haar gedaan, te meer daar de vader van de pasgeborene zich op zijn recht heeft beroepen niet deel te nemen aan de verzorging en opvoeding van zijn kind.

‘Als ik later moeder ben, wil ik geen kinderen.’
De jongste, nu 4 jaar oud, trekt ook al haar conclusies als het om het al dan niet krijgen van kinderen gaat. Kinderen hebben heel goed door hoe moeilijk het is hen goed op te voeden. Zo moeilijk dat ze zelf voor die enorme verantwoordelijkheid terugschrikken. Maar dat jij het er ondertussen knap lastig mee kunt hebben en zij er niet aan willen meewerken die taak voor jou wat te verlichten, dat snappen ze dan weer niet.

‘Als ik jullie niet had gehad, was ik ook gelukkig geweest.’
Met de nadruk op ook. Ik probeer me zo tactisch mogelijk uit te drukken naar mijn kinderen toe.
Het is de waarheid ook al weet ik niet precies hoe mijn leven eruit zou hebben gezien zonder kinderen. Als je zoals ik bezeten bent van een passie is de innerlijke verscheuring als gevolg van steeds tussen twee even dringende zaken moeten kiezen soms niet te verdragen.  Een burn out heeft het in mijn geval alleen maar erger gemaakt. Ik kan en wil geen concessies meer doen en toch gaat alles gewoon de hele dag door: zorgtaken, werken voor de rekeningen, mijn passie. Met het verschil dat ik beter geleerd heb ook voor mezelf te zorgen wat me nu meer dan voorheen in de knel brengt met alles en iedereen die aan met trekt.

‘Als er niet het verschil was geweest tussen man en vrouw, was het probleem opgelost.’
Ik lees de zin nog eens over en denk er over na. Geen mannen. Geen vrouwen. Enkel onzijdige wezens. Ik ben een vrouw en vind het fijn er een te zijn. Mannen? Nou als ik heel eerlijk ben….…
Nee, als ik weer eens zo’n lieve papa achter een buggy zie lopen met zijn goed uitgeruste, opgemaakte en hoog gehakte vrouw ernaast dan weet ik weer dat ze toch een functie hebben. Dat er genoeg vrouwen zijn die iets aan hen hebben ook al behoor ik zelf op dit moment niet tot die gelukkige categorie.

‘Ik neem pas kinderen als ik later volwassen ben.’
Dit zou ik wel eens wat vaker uit de mond van mannen willen horen. Nog te veel mannen denken er allemaal niet zo diep bij na. En zijn er bovendien op gebrand zelf zo lang mogelijk kind te blijven.
Had ik een zoon gehad ……………

maandag 7 november 2011

Expansiedrift

Nieuw. Sinds vandaag ben ik ook blogger. Bloggen valt naast of onder mijn schrijverschap. Ik kan mijn verhalen nu gemakkelijker delen. Misschien krijg ik volgers. Ik kijk uit naar wat er gebeurt.