Franse 'mademoiselle' verdwijnt
De Franse overheid heeft de aanspreektitel 'mademoiselle' voor niet-getrouwde vrouwen laten schrappen uit alle officiële brieven en formulieren. Dat betekent een overwinning voor Franse feministen, die al lange tijd campagne voeren tegen het woord.
Bron: NOS nieuws.
‘Ik heb een nieuw vriendinnetje bij het
zwemmen.’
Ook mijn jongste dochter zit sinds kort in de race voor het behalen van
haar twee zwemdiploma’s.
‘Oh ja, hoe heet ze?’ vraag ik belangstellend.
‘Ik weet het niet meer. Haar laatste naam is in ieder geval Mevrouw.’
Eerst moet ik lachen. Niet te hard want dan wordt ik ervan beschuldigd
dat ik haar uitlach. Daar is ze nogal gevoelig voor heb ik gemerkt.
Het wordt tijd haar wat bij te brengen over aanspreektitels, voor- en
achternamen. Terwijl ik de auto richting het zwembad loods, hijs ik me weer in mijn
geheel uit de mouw geschudde didactische rol. Ondanks dat ik daar vrij goed in
ben – aan mij is een onderwijzeres verloren gegaan -, is mijn jongste dochter daar
niet van gecharmeerd. Omdat ze achter in het autostoeltje zit, kan ik niet van haar
gezicht aflezen hoe groot haar interesse voor het onderwerp is. Ze luistert,
dat in ieder geval wel. Dat is het hoogst haalbare. Als ze het echt heel interessant
of leuk vindt, volgen er vragen maar die blijven uit. Ik ben al blij dat ik
niet weer helemaal voor niets in de ruimte heb zitten lullen.
‘Mevrouw past nog niet voor een klein meisje,’ voeg ik er voor alle
duidelijkheid nog aan toe.
‘Jij bent een mevrouw,’ merkt ze op.
Hoewel ik al sinds een jaar of vijf - of tien- spontaan door allerlei
winkelpersoneel en andere vreemden met mevrouw wordt aangesproken – vooral in
het begin een ontnuchterende ervaring kan ik vertellen - klopt dit niet
helemaal. Oké, ik onderteken ook met
mevrouw onder bepaalde e-mails en onder de ziekteverzuimbrieven van mijn
kinderen voor school of noem mezelf zo wel eens door de telefoon, maar telkens
als ik dat doe heb ik het gevoel dat ik de boel bedonder. Ik lijd aan een mevrouwenschuldcomplex.
Een mevrouw ben je pas als je getrouwd bent, of getrouwd geweest en weer
gescheiden. Zo heb ik het geleerd. Maar ik heb alleen samengewoond met een man,
zonder de voor het mevrouwschap benodigde papieren. Nooit heb ik de ring der
ringen aan mijn vinger geschoven gekregen. Dit klinkt dramatischer dan het is
want ik was degene die dit waarmerk niet aan mijn vinger wilde hebben. Volgens
mij krijg je dikke vingers van zo’n knellende ring. En als ie er eenmaal om zit
gaat ie er niet zo maar weer af. Vooral niet omdat de ring niet meegroeit en
zijn strakke vorm behoudt in tegenstelling tot het lijf dat zijn vaste vorm in
de loop der jaren steeds meer verliest.
Officieel ben ik dan ook geen mevrouw maar een mejuffrouw. Het hoge
woord is eruit. Mejuffrouw van Halder. Dat ‘mejuffrouw’ roept op de een of
andere manier weerstand bij me op. Het vervult met schaamte. Omdat het aanduidt
dat je de boot hebt gemist en onvrijwillig vrijgezel bent gebleven. Geen man,
geen kinderen, geen eigen huis. Deze gedachten zijn de erfenis uit mijn jeugd. De
mejuffrouwen die ik me herinner uit die tijd waren stijve oude vrijsters die
nog bij hun ouders inwoonden en door hen verzorgd werden. Waarbij later de
rollen zich omdraaiden en de mejuffrouwen de ouders verzorgden. Een zeer
onzalig idee voor de meeste vrouwen, en ook voor mij.
Dan heeft het Engels het beter voor elkaar. Daar heb je naast Mister,
Misses ook MS. Niemand hoeft aan de aanspreektitel te zien of je gehuwd bent of
ongehuwd. Waarom is het trouwens ongehuwd? Dat maakt van gehuwd zijn meteen de
standaard. Vrijgezel. Ook een woord waar een luchtje aan zit als je het mij
vraagt.
In het Engels bestaat een mooie term:
given. Dat lees ik wel eens op sociale mediasites, bij de personalia. Het betekent dat die persoon bezet is,
al een geliefde heeft. Weggegeven in het Nederlands. Door wie en aan wie, vraag
ik me dan af. En wat is het tegenovergestelde? Not given,
ungiven?
Ook als ik een officiële mevrouw wil worden, moet ik op het internet
zijn. Niet meer in een café, bar, sauna, supermarkt, tankstation of in de trein. Nee,
in de vergaarbak van datingsites. Daar heb ik ook de vader van mijn dochter
leren kennen. In de grote vijver – there is plenty of fish in the sea - waarin hengels, draad en aas zich in elkaar verknopen om de grootste vis binnen te halen.
Mijn dochter wil graag een mevrouw worden later. Net zoals ze te kennen
geeft: “Als ik later moeder ben wil ik geen kinderen hoor.” De grotemensenwereld betreedt ze enerzijds via
navolging en anderzijds al via een stukje eigen weg. Zoals haar moeder het doet
en zoals ze het zelf graag wil. Ze heeft gelukkig nog heel wat jaren om
erachter te komen wat het nu precies gaat worden.
Zelf ben ik er ook nog altijd niet uit trouwens. Ik weet niet of ik nog
ooit wil trouwen. Als het me overkomt, ja dan is het er gewoon. Maar het is
steeds meer dat je ernaar op zoek moet gaan en er moeite voor moet doen. De
dingen lopen niet meer op rolletjes maar op stroeve matten lijkt wel. Geen man
overboord. Ik hoef niet meer zo nodig. Iemand noemde dit selfdefence. Niet toe willen geven waar je hevig naar verlangt. Zou
dat het zijn? En waar verlang ik dan nog meer hevig naar waar ik niet ronduit voor uit durf te komen? Een boom met geld in de tuin, een groot energieneutraal huis met
goede zuivere tuingrond erachter, een leven met permanente oppas, een auto die
me omgeeft en beschermd tegen de grote boze buitenwereld. Dat zou ik allemaal
wel willen als de prijs daar niet zo hoog voor was. Het zou betekenen dat ik
mezelf op allerlei fronten moet verkopen. Aan een man, een baas, aan ongewenst
werk en onzeglijke werktijden. Aan een wereld die me misschien toch niet zoveel
zegt dat ik er dat voor over heb. Laat mij lekker aanprutsen. Ik
kan van kleine versprekingen van mijn dochter al een wereld van woorden te
voorschijn toveren. Daar ben ik goed in.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten